Men gebruikte in de tijd motortandems, die 95km/u konden bereiken. "Natuurlijk was dat in 1898, toen ik aan het stayerswerk begon, wat primitief. Je moest als renner zelf over twee motoren van één cilinder en twee stel gangmakers beschikken om niet door motorpech te worden uitgeschakeld en dan nog had je de kans op een lekke band van de motor, omdat het rubber toen niet bestand was tegen de banen. Tegenwoordig bonken de stayers wel eens zo hard tegen de rol op, dat je het overal op de baan kunt horen; als je in die eerste jaren de motor raakte, lag je meteen naast je fiets". Zei Piet Dickentman ooit.
In 1921 was er een Jubileum voor Piet Dickentman vanwege zijn 25-jarige carrière, hiervan heb ik een medaille/herinnering. (Bron: Sport in Beeld 24-04-1928 (nr17).
Dickentman opende na zijn carrière een rijwielzaak in de Scheldestraat te Amsterdam en heeft nooit meer in de rest van zijn leven een wielerwedstrijd bezocht. Dorus Pronk
Zijn administratief correcte naam was
Pieter Casper Johan Dickentman, maar zoals het grote kampioenen past kenden
alle supporters hem gewoon als 'Piet'.
Tegen Robl (zijn goede vriend) vocht hij sportieve duels uit van wereldklasse.
Hij was een superster op de Duitse wielerbanen tijdens vele jaren. Hij koerste ook in Australië.
Een Duitse wielerarchivist rekende uit dat Piet Dickentman in Duitsland minimum 76 stayerskoersen won, 69 tweede plaatsen, en 57 derde plaatsen.