Ten jare 1900 waren Huber, Arend en Seidl, het dominerende trio van de Duitse sprint.
Huber scoorde ook goed op tandem en later (1905) werd hij vooral stayer. In de sportverslaggeving van toen, verwijt men Huber een gebrek aan 'fighting spirit'. Hij uitte nooit zijn gevoelens, noch bij winst noch bij verlies, en dat heeft het publiek niet graag. Zelfs voor het zoete grote geldgewin bleef Huber onverschillig, want hij was van familie uit al rijk. Van hem zagen de sportliefhebbers, die entree betaald hadden, weinig zweet, bloed, tranen, gebroken knoken. De man liep overal rond met een lichte glimlach op zijn gezicht en maakte liefst fotootjes van het gebeuren op de velodroom.